Hoeveel geld heb je nodig en hoeveel kun je opnemen van je vermogen zodra je financieel onafhankelijk bent?

Natuurlijk kun je hier niet zomaar een berekening op los laten, je weet immers niet wat er in de toekomst gaat gebeuren. Misschien bestaat geld over 30 jaar niet meer of is alles 10 keer zo duur geworden. Hoewel het nooit zeker is wat er in de toekomst gaat gebeuren is er wel een studie gedaan naar het verleden. Deze studie heet de Trinity Study.

In deze studie hebben ze – naar een willekeurige periode tussen 1925 en 1985 – van 30 jaar en op basis van een asset allocatie van x% aandelen en x% obligaties gekeken hoeveel geld van het vermogen kan worden opgenomen zonder dat je vermogen opraakt. Oftewel hoeveel % van je vermogen kun je veilig opnemen zonder dat je vermogen op raakt. Wil je meer weten over deze studie, inclusief grafieken, lees dan het volgende artikel: The Trinity Study and Portfolio Success Rates.

Deze veilige opname ratio is 4%. Wat houdt dit precies in? Dit betekent dat je veilig 4% van je vermogen kan opnemen zonder dat je vermogen opraakt. Daarnaast gaat de Trinity Study er onder andere vanuit dat je:

• nog dezelfde uitgaven hebt tijdens een recessie.
• geen geld ontvangt van een familielid (erfenis).
• geen geld verdient met werken of andere activiteiten.
• geen geld ontvangt uit een pensioen.
• rekening houdt met de CPI (consumentenprijsindex).

De consumentenprijsindex meet de veranderingen in prijs via een vooraf gedefinieerde lijst van consumenten producten en services. Hoewel je dit in eerste instantie kunt vergelijken met inflatie,  is de CPI niet helemaal hetzelfde. De CPI is een index, een nummer dat wordt gebruikt om verandering te meten.

Inflatie zorgt voor een groei van de CPI en deflatie zorgt voor een daling. Om de inflatie te berekenen heb je de data nodig van het begin- en eindpunt van de CPI. Bijvoorbeeld de CPI in juli 2000 = 178.8 en de CPI in juli 2008 is 219.964. zie ook Consumer Price Index. (ter info: Dit is de CPI van de Amerikaanse economie)

De formule om de inflatie te berekenen is (einde-start)/start:

(219.964-172.8)/172.8 = 47.164/172.8= .2729

Om dit te converteren naar procent doen we dit getal * 100 = 27.29% inflatie

De Trinity Studie gaat uit van een opname van 4% in het eerste jaar en de daaropvolgende jaren verhoogd met de CPI.

De Trinity Studie gaat er vanuit dat je naast je vermogen helemaal niets extra’s verdient. Dit is natuurlijk in ons voordeel omdat je in de praktijk altijd wel ergens geld van krijgt. Als het niet van het werken is, krijg je nog altijd een beetje pensioen. Deze zaken versterken de uitkomsten van deze studie. Er zijn natuurlijk een aantal vraagtekens waar we niet direct een antwoord op hebben, maar een feit is dat er al genoeg mensen financieel onafhankelijk zijn geworden en gebruik maken van de 4% regel.

Hoeveel geld heb je precies nodig om financieel onafhankelijk te worden?

Hier hebben veel mensen een verschillende mening over. Dit is afhankelijk van vele factoren en omdat we niet weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, kunnen we alleen kijken naar het verleden. Mensen die zich bezig houden met financieel onafhankelijk worden werken vaak met de 4% regel zoals hierboven toegelicht.

4% is wat je veilig kan opnemen van je vermogen om van te leven, voor altijd. Dat betekent dat je 25x je jaarlijkse uitgaven nodig hebt om financieel onafhankelijk te worden. Stel je bent per maand 1.250 euro kwijt aan alle lasten. Dan heb je dus 12 x 1.250 x 25= 375.000 euro nodig om financieel onafhankelijk te worden.

4% van 375.000 = 15.000 euro. Dit is exact het bedrag dat je per jaar kwijt bent aan vaste lasten.

Het gemiddelde rendement van aandelen ligt op ~7%. De gemiddelde inflatie van de afgelopen 20 jaar ligt op 1.95%, zie ook: Inflatie Nederland 7% – 1.95 = 5.05%  Maar in Nederland hebben we te maken met de vermogensrendementsheffing van 1.2% (30% belasting over 4% rendement). Hiermee is geen rekening gehouden in de Trinity Studie. De berekening is dan 5.05% – 1.2% = 3.85%

Zoals je kunt zien is de 4% regel dus niet altijd optimaal. Daarnaast is het natuurlijk onmogelijk om te voorspellen wat er in de toekomst gaat gebeuren. Desondanks is de 4% regel een goede richtlijn om aan te houden.

Update: De vermogensrendementsheffing van 1.2% gaat veranderen. Lees hier meer over in onze blog post: De vermogensrendementsheffing wordt aangepakt.

Nu is financieel onafhankelijk worden wel echt dichtbij gekomen, vind je ook niet? Je weet nu hoeveel geld je nodig hebt! In eerste instantie lijkt dit een groot bedrag maar dit bedrag kun je  op 2 manieren beïnvloeden:

• Het percentage van je inkomen dat je spaart per maand.
• Door meer geld te verdienen.

Het percentage van je inkomen dat je spaart per maand kun je verhogen door minder uit te geven. Je inkomen kun je verhogen, zodat je meer geld kunt sparen. That’s it! Dit zijn de twee belangrijkste factoren om financieel onafhankelijk te worden. Toch minder spannend dan je had gedacht?

Maar wij stoppen hier niet. Zoals je in hoofdstuk 4 Assets en Liabilities hebt kunnen lezen vallen aandelen onder de noemer assets. Assets leveren geld op zonder dat je hiervoor hoeft te werken; in bovenstaand verhaal wordt steeds uitgegaan van aandelen. Maar er zijn nog meer assets die geld op kunnen leveren. En dit percentage (%) kan ruim boven het percentage van aandelen liggen!

Update: Aanpassing vermogensrendementsheffing 2017 nadelig

Afgelopen week is er meer bekend geworden hoe de nieuwe vermogensbelasting eruit komt te zien. Voor meer informatie lees dan: vermogensrendementsheffing 2017 nadelig voor iedereen. Omdat we in bovenstaande formules rekening houden met de vermogensrendementsheffing van 1.2% hebben de nieuwe regels grote invloed. Welke invloed heeft dit precies en hoeveel geld heb je met de nieuwe regels nodig?

Met de oude regeling konden we uitgaan van 1.2% vermogensbelasting. Dit is relatief makkelijk rekenen omdat aan de vermogensbelasting geen limiet zat. Oftewel iemand met 100.000 euro aan vermogen betaalt 1.2% maar iemand met 1 miljoen euro vermogen betaalt ook 1.2%. Dit gaat met de nieuwe regeling veranderen en is niet gunstig. De nieuwe regels zijn als volgt:

• Het vrijgestelde vermogen voor een individu wordt verhoogt van 21.330 euro naar 25000 euro.
• De vermogensrendementsheffing wordt variabel gebaseerd op de spaarrentes van de afgelopen 5 jaar.
• Het vermogensbelasting tarief van 30% blijft hetzelfde.

De overheid rekent op dit moment met een fictief rendement van 4%. Dit gaat in het nieuwe stelsel veranderen :

• Vermogens tussen de 25.000 tot 125.000 euro hebben een fictief rendement van 2.9%
• Vermogens boven de 125.000 tot 1.025.000 euro hebben een fictief rendement van 4.7%
• Vermogens boven de  1.025.000 euro hebben een fictief rendement van 5.5%

Effectief gezien betaal je aan vermogensrendementsheffing:

• Vermogen vanaf 25.000 tot 125.000 euro = 0.87% (30% van 2.9%)
• Vermogen vanaf 125.000 tot 1.025.000 = 1.41% (30% van 4.7%)
• Vermogen vanaf 1.025.000 en hoger = 1.65% (30% van 5.5%)

Zoals je kunt zien gaat er dus heel wat veranderen. Daarnaast kunnen we geen rekening meer houden met vaste percentages omdat het fictief rendement meebeweegt met de spaarpercentages van de afgelopen 5 jaren. Dit betekent in de praktijk dat je elk jaar een nieuwe berekening moet maken op basis van bovenstaande informatie. Wil je alvast berekenen wat de nieuwe regels betekenen voor je huidige vermogen vul dan hieronder je huidige vermogen in en klik op bereken.